Natuurgeneeskunde kijkt naar het totale beeld van het dier in zijn relatie tot de omgeving. Ze zoekt naar het waarom achter de klacht en is erop gericht het probleem bij de wortel aan te pakken. Fysiek, mentaal en energetisch zijn hierbij steeds verbonden. Een klacht op het ene vlak werkt altijd door op een ander vlak.

Natuurgeneeskunde kent veel mogelijkheden. Ze is erop gericht het zelfgenezend vermogen te versterken. Dat kan bijvoorbeeld door blokkades op te heffen, door afvalstoffen af te voeren op het fysieke vlak en ‘los te laten’ op het emotionele vlak, en door organen/ orgaansystemen te ondersteunen.

Het kan worden ingezet om ziekte te voorkomen, ter verbetering van het welbevinden en de gezondheid in het algemeen, en als ondersteuning bij reguliere zorg en/of medicatie. Beide geneeswijzen kunnen elkaar aanvullen en versterken.

Natuurgeneeslijke geneeswijzen zijn geen vervanging van de reguliere dierengeneeskunde en als dat nodig is, zal ik je ook doorverwijzen naar een dierenarts.